GERARD KORREL (Gerardus Adrianus Korrel), geboren te Laag Nieuwkoop op 15 april 1922 en overleden in concentratiekamp Theresienstadt (Tsjechië) op 5 mei 1945.

   

Foto van het persoonsbewijs
juli 1941

 

Deze jeugdfoto van Gerard is genomen in de Kerkstraat
in Ouderkerk met op de achtergrond
de Korte Brug (tegenwoordig Kerkbrug)

Vlnr.: Gerard Korrel, Jan Kooijman, Gerrit de Jong, Mathé de Jong
(vrienden van Gerard)

 

Vlnr.: Jan Korrel, Gerard Korrel, Vader Wes Korrel, Leni Korrel
(deze foto is genomen op het erf van de boerderij
in de Rondehoep met de stal op de achtergrond)

Klik voor een vergroting

Klik voor een vergroting

Persoonsbewijs (voor- en achterkant) van Gerard dd. 31 juli 1941
(klik op de afbeeldingen voor een vergroting)

 

De brief die Gerard schreef vanuit het doorgangskamp in Amersfoort
hieronder de inhoud en tekst van deze brief
(klik op de afbeeldingen voor een vergroting)

Klik voor een vergroting

Klik voor een vergroting

Hieronder de uitgeschreven tekst van deze brief

Hieronder een brief van moeder Korrel aan haar zoon Gerard dd. 15 oktober 1944. Deze brief is echter nooit verzonden omdat achteraf bleek dat er geen post meer werd bezorgd naar Duitsland.

Klik voor een vergroting

(klik op de brief voor een vergroting)

 

Een door moeder Korrel bewaard krantenartikel n.a.v. het verlies van haar zoon Gerard

 

Dit is een boekje dat de familie kort na de oorlog heeft gekocht
om een indruk te krijgen van het kamp Buchenwald, het kamp
waar Gerard ruim acht maanden moest verblijven.

 

Gerard dook niet onder, maar bleef op de boerderij werken. In de nacht van 6 op 7 juni 1944 werd er om twee uur ’s nachts een razzia gehouden op de boerderij. Gerard was in allerijl in een kast gekropen, maar werd gevonden en naar het politiebureau gebracht.
Nadat hij een week in Amsterdam gevangen had gezeten, werd hij naar het doorgangskamp Amersfoort gebracht. Hij was hier geïnterneerd in blok 8 als nummer 14332. Hier schreef hij op 15 juli 1944 nog een brief aan zijn familie.
Vrijwel meteen daarna werd hij op transport gesteld naar het concentratiekamp Buchenwald in de buurt van Weimar. Hier kwam hij op 19 juli 1944 aan.
Toen de Amerikanen begin april 1945 op het punt stonden Buchenwald te bevrijden, wilden de Duitsers niet dat de gevangenen in hun handen zouden vallen. Daarom zijn vanaf 7 april 1945 veel gevangenen op transport gezet naar de concentratiekampen Dachau en Flossenbürg. De Joodse gevangenen gingen naar het getto van Theresienstadt in Tsjechië.
De transporten werden ook wel dodenmarsen genoemd, omdat één op de drie gevangenen zo’n tocht niet overleefde.
Gerard ging per trein naar het vlakbij Tsjechië gelegen Flossenbürg. Deze tocht duurde 5 dagen zodat Gerard daar op 13 april 1945 arriveerde. Registratie van de vele nieuwkomers vond hier niet meer plaats, behalve in het geval van overlijden.
Met 100.000 gevangenen was kamp Flossenbürg zeer overbevolkt en daardoor chaotisch en primitief.
Na de bevrijding van Buchenwald op 12 april 1945 trokken de Amerikanen verder oostwaarts en kwamen zo ook in de buurt van het kamp Flossenbürg terecht. Op 16 april verlieten de SS en de kamppolitie het kamp om in de naburige bossen stellingen te betrekken om de Amerikanen tegen te houden. Overal in het kamp hingen witte vlaggen uit en heerste er een feeststemming, die helaas van korte duur zou zijn. De SS keerde terug, omdat de Amerikanen toch nog niet zo erg dicht in de buurt bleken te zijn. De dagen daarna begon kampcommandant Max Koegel met het evacueren van het kamp via een tiental dodenmarsen, onder het motto: ‘Geen gevangene mag in handen van de vijand vallen’. Deze dodenmarsen gingen voornamelijk richting het zuidelijker gelegen Dachau.
Op de avond van 22 april 1945 bevrijdden de Amerikanen kamp Flossenbürg, waar circa 1.500 zieken waren achtergebleven.
De evacuatiecolonnes waren intussen op weg naar het zuidelijker gelegen Dachau of naar het in Tsjechië gelegen Theresienstadt. Hoe Gerard bij dit laatste transport terecht is gekomen, is onduidelijk. Immers Theresienstadt was uitsluitend bedoeld als getto voor Joden.
Door de toevloed van nieuwkomers braken er in dit kamp epidemieën uit, die veel slachtoffers eisten. Op 3 mei 1945 droegen de Nazi’s het kamp Theresienstadt over aan het Rode Kruis. Volgens gegevens van het Rode Kruis is Gerard Korrel op 5 mei 1945 in Theresienstadt gestorven. Op 8 mei werd kamp Theresienstadt bevrijd door het Rode Leger, waarna dit gebied tot het Oostblok ging behoren.

Op basis van deze informatie is recent contact gezocht met het huidige Theresienstadt, dat momenteel als oorlogsmonument dienst doet. Navraag leert echter dat Gerard daar niet in de archieven voorkomt. Wel is bekend dat het crematieboek van Theresienstadt uit die tijd spreekt over: “begraben 170 Urnen unbekannten stammend von ungekommennen Transporten” met een bijgeschreven datum van 7 mei 1945.
Na de bevrijding op 5 mei 1945 was het voor de familie alleen maar hopen op een terugkeer van Gerard. De tijd verstreek en er kwam geen teken van leven. Ineens was er weer hoop.
Namelijk, Klaas Kes, een medegevangene van Gerard uit Amstelveen, wilde Gerard na de oorlog opzoeken op de boerderij in Ouderkerk. De familie Korrel hoorde van deze man dat hij samen met Gerard in de kampen in Duitsland deel uit maakte van een groepje van zeven Hollanders. Op één van de dodenmarsen is deze man Gerard uit het oog verloren. Naar het schijnt hebben de Duitsers hem tijdens een tocht naar voren gehaald. Dit was het laatste wat Klaas Kes van Gerard had vernomen. Hij wist te vertellen dat Gerard een zwakke kameraad op zijn schouders meedroeg. Mensen die niet mee kwamen tijdens de tocht, werden door de Duitsers neergeschoten.
Dit was het laatste dat de familie Korrel te weten kwam over hun zoon en broer Gerard.
Met deze informatie hebben vader en moeder Korrel vanaf het voorjaar 1946 verschillende malen contact opgenomen met het Rode Kruis en formulieren ingevuld. De informatie van Klaas Kes was het enige houvast voor de familie.
Zoals Gerard waren er na de oorlog zovelen die te boek stonden als vermist. De Nederlandse regering heeft in die periode een aantal commissies opgericht om het lot van de oorlogsslachtoffers in kaart te brengen en hierover de nabestaanden te informeren.
Voor vele slachtoffers is het gelukt om een exacte sterfdatum en –plaats vast te stellen. Echter in veel gevallen was een exacte datum niet precies te achterhalen.
De commissies ontleenden hun informatie aan de kampadministraties en voor zover mogelijk heeft men getuigenverklaringen laten afleggen door overlevenden van de concentratiekampen. Deze onderzoeken namen jaren in beslag.
Pas in september 1949 werd de familie Korrel door het Rode Kruis per brief geïnformeerd over het lot van hun zoon Gerard. Op basis van getuigenverklaringen is vastgesteld dat Gerard tijdens het transport van Buchenwald naar Theresienstadt, uiterlijk op 5 mei gestorven moet zijn. Deze datum van 5 mei 1945 is als officiële datum door het ministerie van Justitie vastgelegd zoals ook blijkt uit de door de gemeente Ouder-Amstel opgemaakte overlijdensakte van Gerard.
Van vele slachtoffers, waaronder Gerard, is in de staatscourant van 6 april 1950 de overlijdensdatum en plaats gepubliceerd.

Vader en moeder Korrel kregen met de informatie die zij al hadden en de brieven die zij via het Rode Kruis ontvingen vermoedelijk nog steeds geen zekerheid over het werkelijke lot van Gerard. Nogmaals hebben zij het Rode Kruis aangeschreven.
Over de briefwisselingen met het Rode Kruis hebben vader en moeder Korrel nooit met hun zonen en dochters gesproken. Vermoedelijk konden en wilden zij hun kinderen niet confronteren met de conclusies die het onderzoek had opgeleverd.

Even was er nog enige hoop, toen in de Volkskrant een artikel verscheen over een buschauffeur die in Polen was verongelukt met de naam Korrel (geen voornaam of voorletters vermeld). Dit bleek echter ijdele hoop.

Het verlies van Gerard is vanwege de lange onzekerheid binnen de familie altijd als een zware last meegedragen.
Bekend is, dat moeder Jans tot op haar laatste dag is blijven hopen op de terugkeer van Gerard. Als de bel ging, dacht ze onwillekeurig aan de mogelijkheid dat het Gerard zou kunnen zijn.

Bovenstaande informatie is in het voorjaar van 2007 opgemaakt na onderzoek van de familie.
De informatie die in maart 2007 door het Rode Kruis ter beschikking is gesteld vormde hierbij de belangrijkste gegevensbron.

Het belangrijkste resultaat van dit onderzoek is dat er door de familie nu uitgegaan kan worden van een formeel vastgelegde sterfdatum van Gerard maar bovenal dat wij Gerard met deze kennis zoveel beter kunnen herdenken.

  

Evacuatieroutes vanuit Buchenwald en Luchtfoto van Theresienstadt

(klik op de foto’s voor een vergroting)

 

    

Nerderlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD)
Heeregracht 380 te Amsterdam
www.niod.nl

Onderstaand de foto’s van gedenkboek 2 waarin Gerard wordt vermeld op blz.51 in de derde regel
De gedenkboeken van de Oorlogsgravenstichting zijn o.a. aanwezig in de studiezaal van het NIOD.
Het archief van het NIOD bevat een grote hoeveelheid oorlogsdocumentatie die op verzoek is in te zien.
In het “Buchenwald” archief van het NIOD is een notitie uit een clandestien kaartsysteem gevonden, waaruit blijkt dat Gerard vanuit Buchenwald in Flossenbürg terecht is gekomen.Klik hier om deze notitie te bekijken.

In 2005 is een boek verschenen over Nico Pols genaamd: “Nico Pols, een zondagskind in Buchenwald”. Op blz. 101 is iets geschreven over de evacuaties vanuit Buchenwald.
Klik hier om deze tekst te bekijken.

  

(klik op de foto’s voor een vergroting)

Op de website van de Oorlogsgravenstichting is een slachtofferregister opgenomen waarin Gerard eveneens is vermeld met geboorteplaats, geboortedatum, plaats van overlijden en overlijdensdatum.
Dit slachtofferregister is voor iedereen toegankelijk. Zie www.ogs.nl en klik op ‘slachtofferregister’ en vervolgens op ‘Raadplegen van het slachtofferregister’.
Het slachtofferregister van Gerard kunt u ook hier bekijken.Op maandag 5 maart 2007 is er een brief naar de gemeente Ouder-Amstel verstuurd met de informatie over de overlijdensdatum van Gerardus Adrianus Korrel.
Deze brief kunt u hier bekijken.
N.a.v. van deze brief ontvingen wij van de gemeente Ouder-Amstel het bericht dat de overlijdensakte van Gerard Korrel op 7 juli 1950 reeds was opgemaakt. Deze overlijdensakte kunt u hier bekijken.
Op 5 maart 2007 was ons nog niet bekend dat Het Rode Kruis de familie wel degelijk in 1949 had geïnformeerd over de formele overlijdensdatum van Gerard.
Deze informatie werd ons pas bekend na de brief die wij van het Rode Kruis ontvingen op 22 maart 2007. Deze brief van het Rode Kruis bevatte vele bijlagen met o.a. kopieën van de kampadministratie van Buchenwald en kopieën van briefwisselingen van de familie Korrel met het Rode Kruis in 1946. Ook werd een kopie meegestuurd van de publicatie van het overlijden van Gerard Korrel in de Staatscourant op 6 april 1950.
Met deze informatie is ons duidelijk geworden dat het Rode Kruis de familie Korrel op 23 oktober 1949 heeft geïnformeerd over de formele overlijdensdatum van Gerard.

 

Gerelateerde websites:

Kamp Amersfoort
Kamp Buchenwald
Kamp Theresienstadt

Monument Amersfoort
Monument Buchenwald