Anekdotes van de familie Korrel
Op deze pagina verzamelen wij leuke anekdotes uit het verleden over onze familie.
Heeft u een leuke of bijzondere (jeugd-)herinnering die u wilt delen met onze familie,
schrijf deze dan naar de webmaster via het contactformulier of e-mail.
Bij voorbaat dank.
Ko Buijs 1 september 2007
De mandoline
Toen wij met ons gezin en oma Korrel in de jaren vijftig in ons nieuwe huis te De Meern gingen wonen troffen we op zolder een merkwaardig muziekinstrument aan die niemand thuis kon brengen. Bij enige navraag bleek dat het om een mandoline ging.
Dit was een ‘erfstuk’ van de vorige bewoner want die gaf muziekles aan huis en blijkbaar gunde hij ons dat instrument. Na wat gerammel op ‘dat ding’ waren wij het al gauw zat en toen onze neef Gerard op bezoek kwam (samen met zijn vader Kees, moeder Tiny en zijn broer Tommy) kreeg hij interesse in dat instrument. We hebben er niet lang over nagedacht om de mandoline aan Gerard te schenken want wij deden er immers toch niets mee. Gerard ging op les en maakte behoorlijke vorderingen en ik keek uit naar de dag dat ik zijn eerste concert zou mogen beluisteren. Maar de voorbereidingen voor dat concert werden abrupt verstoord door een voorval wat ik u niet wil onthouden.
Op een dag kwamen tante Bep en Oom Louis op bezoek bij de familie Korrel in betondorp en Gerard was vergeten zijn instrument uit de zitbank te halen. Tante Bep nam plaats in deze bank en zij had niet door dat die plaats reeds bezet was door de mandoline. Zij schrok zich een hoedje toen de mandoline onder luid gekraak onder haar zitvlak in elkaar zakte. Blijkbaar was dit instrument niet opgewassen tegen een dergelijke drukbelasting. Een mandoline is namelijk opgebouwd uit smalle reepjes hout en wat er na afloop over bleef waren houten latjes waarmee je nog uitstekend de open haard kon aansteken. Gerard was een jaar of tien en u zult begrijpen dat hij nauwelijks te troosten was. Oom Kees was een zakenman die gelijk adequaat ingreep en stelde voor om Gerard een nieuw instrument te geven. Dat maakte de zaak weer enigszins goed en het duurde niet lang dat Gerard zijn eerste gitaar mocht gaan kopen. Gerard greep namelijk gelijk de kans aan om van instrument te wisselen. Gerard maakte snelle vorderingen en eigenlijk was hij na een half jaar al weer aan een betere gitaar toe.
Gerard kwam regelmatig met zijn ouders naar De Meern om oma Korrel op te zoeken en dan nam hij altijd zijn gitaar mee. Hij speelde en zong de liedjes van o.m. Ria Valk en de Blue Diamonds en ik raakte zeer geïnspireerd om zijn voorbeeld na te volgen. Na enige bedenktijd vroeg ik enige dagen later aan mijn vader of ik ook een gitaar mocht kopen maar hij wist niet eens wat een gitaar was. Ik liet hem daarom een plaatje zien van zo’n instrument en toen zei hij resoluut “een boerenzoon op een viool, dat is toch géén gezicht!”. Die gitaar kon ik dus op mijn buik schrijven. Toen oom Kees hiervan hoorde, twijfelde hij geen moment en ik kreeg de oude gitaar van Gerard. Ik was de koning te rijk en ik wilde graag op les maar daar was geen geld voor. Bovendien zou het ook nog eens weggegooid geld zijn want gitaarspelen viel onder de categorie ‘flauwekul’. Ik had een enorme hekel aan hooibouwen en mijn moeder had als intermediair bedongen dat ik een half jaar les mocht gaan nemen indien ik zonder mopperen de gehele zomer zou meehelpen met de hooibouw. Deze deal heb ik toen gesloten en zo heb ik een half jaar les gehad voor Hfl 2,50 per week. Daarna heb ik het zelf verder opgepakt en speel ik nu nog vrijwel dagelijks gitaar. Ik ben daarom nog steeds dankbaar dat tante Bep op de mandoline is gaan zitten en dat oom Kees mij die gitaar heeft gegeven.
Ko Buijs 18 augustus 2007
De crisisjaren
In de jaren dertig waren in Nederland de zogenaamde crisisjaren die voor veel ellende en armoede hebben gezorgd. Eigenlijk ontkwam er haast niemand aan en vooral de daggelders op de boerderijen hadden het zwaar. Men was toen bereid om tegen een lage beloning te komen werken want als jij je er niet in kon vinden dan stonden er tien anderen klaar om jouw taak over te nemen. Het voordeel van op een boerderij werken was wel dat je nog eens wat goedkoper aan je eerste levensbehoeften kon komen.
Ook de familie Korrel had een daggelder die Piet Baars heette. Piet had een groot gezin te onderhouden en woonde met zijn gezin in een klein arbeidershuisje aan de rand van het dorp Ouderkerk aan de Amstel. In die tijd kregen de boeren 2,75 cent voor een liter melk en dat betekent naar huidige valutamaatstaven 1,25 Eurocent en een ei kostte slechts 1 Hollandse cent en dat zullen we maar niet meer omrekenen. Oma Korrel vertelde dat Piet Hlf 9,60 per week schoon verdiende en dat is dus omgerekend het ‘astronomische’ bedrag van Euro 4,35 per week. Daar moest de familie Baars het maar mee doen en Piet had regelmatig gevraagd of hij opslag kon krijgen. Hij zou dan nog extra goed zijn best doen en hij vroeg dan heel beleefd of hij 10 gulden rond mocht gaan vangen maar vader en moeder Korrel hadden besloten zijn verzoek niet in te willigen. Oma Korrel vertelde mij dit verhaal in de jaren zestig toen vele mensen inmiddels Hlf 85,- schoon in de week verdiende. Ze zei toen ook dat de mensen tegenwoordig wel echt veel verdienen en dat zij er nog steeds bijzonder veel spijt van had dat Piet nooit die 10 gulden rond had gekregen. Nu was het te laat en ze gaf mij het advies om je zaken zo te regelen dat je er later nooit spijt van krijgt.
Ko Buijs 10 augustus 2007
De verjaardag van moeder Jans in 1959
Zoals algemeen bekend is, woonde moeder Jans enige jaren bij het gezin van mijn ouders Jan en Marie in De Meern. Als kind had ik daarom het voorrecht aanwezig te mogen zijn als oma haar verjaardag vierde op de eerste juni. Dat was een dag waar ik lang naar uitkeek want al onze ooms en tantes kwamen immers op bezoek en dan was het waarlijk feest. De tijden waren bepaald niet rooskleurig want wij groeiden als kinderen sober op en lekkernijen waren alleen voorbehouden op speciale dagen zoals Kerstmis, Pasen en je verjaardag. Daarom was de eerste juni een extra feestdag en kon je naast de gezelligheid je ook te goed doen aan lekkere dingen zoals gebak, zoutjes en frisdranken. Ik weet nog hoezeer de gebroeders Korrel enorm veel plezier hadden en zich regelmatig tranen lachten vanwege de m.i. nooit geëvenaarde Korrelhumor. Ook herinner ik mij dat Jan aan Joop vroeg welke leeftijd hij inmiddels had waarop Joop zei dat hij 28 jaar oud was. Jan memoreerde toen al hoofdschuddend hoe snel de jaren wel niet voorbij gingen en ik ervoer als jochie dat 28 een enorme leeftijd was. Op de website kunnen we zien dat Joop geboren is op 14 juli 1930 en een eenvoudige rekensom leert ons dan dat dit betreffende verjaardagsfeest plaatsvond op 1 juni 1959. Ik was toen een jochie van 10 jaar.
Voordat de grote dag van haar verjaardag aanbrak, ging oma het dorp in om bepaalde inkopen te doen. De meeste boodschappen echter werden toen overigens nog thuis bezorgd nadat de plaatselijke kruidenier eerst bij ons thuis kwam ‘horen’. Dit was een synoniem voor het opschrijven van de boodschappen die hij dan de volgende dag kwam afleveren. Enkele zonen hadden moeder Jans van tevoren telefonisch gevraagd of zij wilde zorgen of zij Coca Cola wilde kopen want dat was een nieuwe drank die vanuit Amerika was komen overwaaien. Onze trouwe kruidenier had er echter nog nooit van gehoord en daarom besloot oma naar de slijterij te gaan om daar haar licht eens op te steken. En jawel hoor, de slijter kende dit onbekende product en hij had het zelfs recent in zijn assortiment opgenomen. Hij liet een flesje zien van 33 cl maar dat was wel erg klein. Daarop merkte de slijter op dat hij ook een gezinsfles had en liet daarbij een literfles zien. Dat leek voor moeder Jans ruim voldoende te zijn want een gezinsfles is nu eenmaal een gezinsfles niet waar!? Bovendien kwam alleen haar gezin op bezoek en dan moet één gezinsfles toch toereikend zijn. Ook hadden de kinderen Korrel moeder Jans laten weten dat deze nieuwe drank koel geserveerd moest worden en ook daar werd gewillig gehoor aan gegeven. De grote dag brak aan en de koffie met gebak was inmiddels genuttigd en bij de vraag wat de gasten daarna wilden drinken werd eensgezind geroepen dat dit Coca Cola moest zijn en in de allermeeste gevallen uiteraard met een flinke ‘tik’ erin. Massaal stortte men zich op de Colafles maar tja, het laat zich gemakkelijk raden wat er spoedig gebeurde want de betreffende fles was in een oogwenk leeg. Moeder Jans moest de nodige teleurstellingen incasseren maar zij beriep zich op het feit dat zij ter goede trouw een hele gezinsfles had gekocht. Het feest was op een zondag en dan zijn ook nog eens de winkels gesloten. De kinderen Korrel hadden echter een geluk want de slijterij was verbonden aan het café van Dora Verstraten en deze was op zondag open. Ik werd dan ook vriendelijk verzocht met mijn fietsje enige flessen Coca Cola te gaan halen en ik ben die dag nog heel wat keren op een neer geweest want de dorst van de Korrels was blijkbaar nauwelijks te lessen. Al met al was het overigens een leuke en gezellige feestdag en het op en neer naar De Meern fietsen nam ik maar voor lief. Op de website ziet u onder het hoofdje ‘diverse foto’s’ enige opnamen van die betreffende dag. Kijkt u daar vooral naar want dat geeft deze anekdote wat extra glans.
Ko Buijs 11 juli 2007
De heilige Sint Antonius
Een waar gebeurd verhaal uit het rijke Roomse leven van de familie Korrel.
Oom Joop vertelde mij lang geleden een leuk verhaal uit zijn kindertijd dat ik bepaald niet snel zal vergeten. Hij vertelde namelijk dat hij als jongeman zijn portemonnee kwijt was geraakt en dat hij er al een tijdje naar had gezocht. Toen het intensieve zoeken niets opleverde, schakelde hij zijn broer Arie in want die kon op zich best goed zoeken. Maar wat de broers ook deden, de portemonnee werd niet gevonden. Zij kwamen al zoekende en pratende op een helder idee om Sint Antonius maar eens om raad te vragen want zonder hem schoot het immers niet echt op. Op zich kwam dat mooi uit want er stond een mooi geschilderd gipsen beeld van die beste Antonius in de woonkamer. Joop en Arie konden daardoor zeer gericht met een vriendelijk verzoek bij hem komen. Of ze eerst nog een gebruikelijk bosje veldbloemen voor hem hebben geplukt is mij onbekend. Met het gebedje ‘Sint Antonius beste vrind, zorg dat ik mijn portemonnee weer vind’ gingen de broers de strijd in en eerlijk is eerlijk, dergelijke schietgebedjes hadden nog wel eens regelmatig tot de nodige successen geleid. Dit keer werkte het plan echter niet want Antonius liet blijkbaar verstek gaan want de portemonnee bleef onvindbaar. Zwaar teleurgesteld zijn de jongens na afloop van de dag maar naar bed gegaan maar Joop kon de slaap niet vatten want het maalde maar door in zijn hoofd over dat gemis van zijn portemonnee. Ook was hij boos op Antonius en hij deelde zijn ongenoegen met broer Arie die eigenlijk ook vond dat Antonius maar eens flink gestraft moest worden. Joop was het daar helemaal mee eens. Daarop besloten zij het beeld van de beste heilige Antonius uit de kamer te halen nadat de gehele familie naar bed was gegaan. Een zus van moeder Jans, genaamd tante Kee, was bij de familie Korrel aan het logeren en ook zij had zich inmiddels ter ruste gelegd. Stil en bedachtzaam slopen Joop en Arie naar de woonkamer om het beeld van Antonius naar hun slaapkamer te ontvoeren. Daar moest namelijk het strafvonnis voltrokken worden want wie niet horen wil die moet dan maar voelen. Omdat de nacht al enigszins vorderde, was de po inmiddels al aardig gevuld want van een toilet op de eerste verdieping had men in die jaren nog nooit van gehoord. Het vonnis werd geveld en het beeld van Antonius moest eraan geloven. Hij werd namelijk op zijn kop in de urine geplaatst. De straf was beslist niet kortstondig want die zou namelijk de rest van de nacht gaan duren onder het motto ‘eigen schuld, dikke bult’. Zo werd het vonnis voltrokken.
De nieuwe dag brak aan en Antonius werd uit zijn lijden verlost. Nu zagen de broers tot hun grote schrik dat de urine als een soort afbijt de prachtige kleuren van het beeld had laten verdwijnen. Ja, de mannen zaten met een dik probleem en hadden geen andere keus om het beeld maar stilletjes terug te zetten op zijn plaats in de woonkamer. Gelukkig had niemand dit opgemerkt en daar stond Antonius weer op zijn console echter met een zeer bleek gezicht tot op zijn borsthoogte toe.
Tante Kee was een van de eerste die in de kamer kwam en zag tot haar verbijstering en ontzetting dat er wat bijzonders was gebeurd met het beeld van Antonius. Zij riep daarom luid ‘er is een wonder gebeurd’ omdat zij geloofde dat het beeld licht was gaan uitstralen vanwege dat bleke gezicht. Ook dacht ze dat Antonius aan haar verschenen was. Ze was er helemaal onderste boven van. Eerlijk gezegd valt het mij een beetje tegen dat hierdoor Rondehoep West geen bedevaartsoord geworden is. Ik had overigens graag wel de gezichten van de gebroeders Joop en Arie willen zien bij het horen van de verwondering van tante Kee. Jammer dat daar geen foto van genomen is.
Of dat daarna de portemonnee ooit nog gevonden is, leert de geschiedenis helaas niet.
Misschien kunnen Ron en Wes nog eens goed om zich heen kijken.
Ko Buijs 28 juni 2007
Ik ben een van de weinige kleinkinderen die opa Wes Korrel nog heeft meegemaakt en daarom is het wellicht leuk om een ervaring te vertellen. Ik was ongeveer vijf jaar oud en hij kwam bij ons op bezoek in de Hoek van Spengen (Kockengen) waar wij toen woonden. Ik herinner mij hem als een gezaghebbende man met strenge maar ook lieflijke ogen. Hij stond als Korrel blijkbaar bol van de ‘Korrelhumor’ want hij nam me op zijn schoot en zei met zware strenge indringende stem ‘doe je nog wat aan je geloof?’ Ik wist niet wat ik moest antwoorden maar mijn ouders konden er wel om lachen. Ik kon er later ook wel om lachen en achteraf vind ik die vraag helemaal niet zo verkeerd maar hij kwam m.i. iets te vroeg.
Mijn zus Trudy is ongeveer 1 jaar ouder dan ik en zij was vernoemd naar oma Truus Buijs. Toen ik op komst was kreeg mijn opa Nico Buijs kanker en men wist dat het niet meer lang zou duren. Mijn vader had veel zussen en weinig broers en het was maar de vraag of zij ooit zouden trouwen. Als ik een jongen zou zijn, wist mijn moeder dat ik ook stamhouder zou worden van de familie Buijs. Daarom raakte ze wat in de knoop om mij de naam Wes te geven. Het was destijds immers gebruikelijk om het vernoemen om en om te doen. Daarom is zij naar haar vader gegaan en zij heeft hem toestemming gevraagd of ik Nico (afgekort Ko) genoemd mocht worden i.v.m. de ziekte van opa Buijs. Hij gaf hier toestemming voor en zodoende heet ik geen Wes maar Ko. Op mijn geboortekaartje staat overigens Nico Buijs en hoe het komt dat men mij Ko noemt, is voor mij altijd een raadsel gebleven. Mijn moeder had het later nog goed willen maken op dit gebied maar helaas er kwamen geen kinderen meer. Toch fijn dat er daarna nog veel Wessen geboren zijn.
Overigens is het wellicht leuk om te vermelden wat mijn opa Buijs zei toen hij hoorde dat ik geboren was. Hij zei toen ‘nu kan ik wel heengaan want er is immers een nieuwe Ko Buijs geboren’. Kort daarop overleed hij.